maandag 29 april 2013

Denken in contrasten: Tekeningen van Jean-Marie Detré

Op een van de bijna fotografische tekeningen van Jean Marie Detré zie je een deel van een figuur: jeansbroek, leren riem, geruit hemd, de handen losjes in de zij, een zware ring aan de middelvinger … zo portretteert hij een meisje van wie we het gezicht niet zien maar van wie we het type en de karaktertrekken kunnen afleiden uit de houding en de kledij. Precies tot in de kleinste details en in schakeringen van zwart, wit en grijs vult Detré zijn blad zodat we als kijker kunnen binnendringen in de persoonlijkheid van de geportretteerde. In zijn bloemstilleven gaat hij op dezelfde manier te werk. Vier pioenrozen in nuances van wit en grijs bieden een blik in hun binnenste. De achtergrond is donker en daarin verschuilen zich de donkerste bloem en een variëteit aan bladeren. Op zulke tekeningen is hard en lang gewerkt met het eindeloze geduld van de vakman die de natuur op een wit blad tot leven wil wekken . De link met de fotografie is duidelijk. Te meer omdat Detré vertelt hoe hij als fotograaf en graficus kijkt met hetzelfde peilende en zoekende oog waarmee hij de camera gebruikt. Jean Marie Detré is een autodidact. Als jonge man van 17 schilderde hij bij de locale kunstkring maar die hobby verwaterde en zijn voorkeur ging jarenlang naar de fotografie. Aan de Stedelijke Academie in Hasselt afdeling kunstfotografie studeerde hij af met een eindwerk over gomdrukken op aquarelpapier. Toen hij een tweetal jaar geleden uit de losse pols een portret van een hond tekende, oogstte hij daarmee zo’n succes dat het hem tot nadenken stemde en hij opnieuw naar potloden en tekendoos greep. Met slechts enkele jaren tekenervaring zet hij nu portretten en stillevens neer zoals een gedreven vakman met een jarenlange ervaring dat zou doen. Foto’s dienen nog steeds als basis. Detré werkt niet naar de natuur maar gebruikt eigen fotomateriaal en collages als inspiratiebron. ‘Ik beschouw mijn tekeningen als een voortzetting van de zwart-wit fotografie maar ik creëer er een nieuwe realiteit mee.’, aldus Detré. ‘Ik houd van nauwkeurigheid omdat de schoonheid van iets in de details zit. Ik denk in zwart- wit en in contrasten’. Zoals de grootmeesters in de 17de eeuw virtuoos waren in het weergeven van de stofuitdrukking, zo streeft ook hij naar een mooie compositie en het weergeven van de textuur. Die Nederlandse stillevenschilders zijn ware inspiratiebronnen voor hem maar ook de oude meesters van de fotografie als Henri Cartier Bresson en Doisneau. Vakwerk was voor hen prioritair en dat blijft toch de basis van een geslaagd kunstwerk. Datzelfde vakmanschap vindt hij ook terug bij de hedendaagse Amerikaanse hyperrealisten. Met een dosis spontaneïteit en veel zin voor precisie schept Detré een nieuwe werkelijkheid. ‘Mijn eerste werken zijn licht van kleur. Ik werkte toen voorzichtiger omdat ik nog onzeker was maar nu ben ik zelfzekerder en werk ik krachtiger en ook donkerder. Contrasten worden feller uitgewerkt. Het tekenen wordt als het ware een automatisme. In het begin zoek je uit welke potloden je moet gebruiken maar nu neem je onmiddellijk de juiste gradaties en oefen je de juiste druk uit op het materiaal om een bepaald effect te verkrijgen. Het is belangrijk op tijd te stoppen want er is geen weg meer terug. Bij het opzetten van zijn bloemstilleven begin ik met de lichtste bloem en ga ik rond in uurwijzerzin. De kunst bestaat erin de juiste balans te vinden en te weten hoever je mag gaan. Pas als een werk af is, valt de puzzel samen en zie je of het geslaagd is.’ Wanneer alle lagen van licht naar donker zijn opgebouwd, gaat hij vaak nog eens over het werk heen om contrasten te accentueren en bepaalde dingen nog zwaarder aan te zetten. Op het juiste moment weten te stoppen, blijft iets gevoelsmatigs. Omdat Detré geen academische scholing kreeg in tekenen, heeft hij veel moeten leren uit vakboeken en uit eigen experimenten. Daarnaast bewondert hij het figuratief werk van kunstenaars als Jan Vanriet en Pol Mara en ook op de website van de New York Academy of Art kwam hij bij realistische schilders terecht die op hoog niveau werken. Hoewel hij zichzelf beperkt tot de wereld van het zwart-wit , kan hij nog veel leren van olieverfschilders als Luis Caballero en Serge Marshennikov. Caballero schildert zoals Rubens grote werken van ‘pijnlijke lichamen’ met heel directe lijnen. Marshennikov is geweldig in het weergeven van verschillende stofsoorten en in de transparantie die hij in zijn werken weet te leggen. Dergelijke schilders beschouwt Detré als teasers of sfeermakers. Sinds kort is Detré ondervoorzitter van Globalart, een vereniging die internationale tentoonstellingen organiseert. Oorspronkelijk brachten zij uitsluitend realistische, figuratieve werken maar recent hebben zij op aanvraag van abstract georiënteerde kunstenaars ook een abstracte, licht figuratieve lijn opgestart. Website: www.globalart.be

Geen opmerkingen:

Een reactie posten