Michel Buylen, geen martelaar van het marterhaar
Kunstschilder Michel
Buylen heeft een academische titel in de Franse taal- en letterkunde maar als
schilder is hij een autodidact. Hoewel hij zichzelf omschrijft als een ‘wilde
man’ , met lange haren en een voorliefde voor Jimi Hendrix, maakt hij verfijnde
schilderijen die uitmunten door tederheid en
zin voor precisie.
Buylen werkt bij voorkeur op klein formaat. Een portret (29
x 9 cm) , een zeelandschap (12 x 18 cm) of de afbeelding van eendje (8 x 13 cm)
bewijzen hoe zijn meesterhand er telkens in slaagt op een minimale ruimte een groots beeld
te geven van de realiteit zoals hij die ervaart. Bij tentoonstellingen valt op
hoezeer deze kleine werken door hun bijzondere zeggingskracht toch veel plaats
innemen. Op de Art Brussels tentoonstelling
in 2013 werden ze op een 18de-eeuwse manier in een kabinet
gepresenteerd zodat het een imposant geheel werd van subtiele individuele
deeltjes.
In Galerie De
Zwarte Panter in Antwerpen worden
Buylens werken meestal thematisch opgehangen in trossen van twee of drie,
volgens poëtische associaties. Een afbeelding van een vogeltje kan in de definitieve accrochage
gepresenteerd worden naast een schilderij van een zwemster omdat er een
overeenkomst is in de kleuren, terwijl de ranke lijn van een lelie harmonieert met het horizontale van een
rustende dame. Buylen voelde zich aanvankelijk niet aangetrokken tot het
schilderen van bloemen maar op vraag van een Parijse verzamelaarster maakt hij nu elk jaar een
bloemschilderij en die verzameling heeft intussen indrukwekkende proporties aangenomen. Dank
zij zijn studie van de grootmeesters uit de Japanse schilderkunst slaagt hij
erin bloemen telkens op een andere manier te zien. Een lelie kan geassocieerd
worden met maagdelijkheid en de grote knop van de bloemen houdt een erotische
belofte in , in combinatie met de waterdruppels die er een vleug van erotiek
aan verlenen. Van het bloemscherm van een hortensia schildert hij een veelheid ragfijne blaadjes
met elk een aparte structuur waardoor ze aan ikebana doen denken. Buylen wil
geen symbolische of allegorische
interpretatie aan zijn werken geven maar
houdt wel van het connotatieve. ‘Ik bezing een geconnoteerde realiteit waarvan
het betekenisveld niet strikt genomen het referentiële is. Als een onderwerp
mij aanstaat, is het waarschijnlijk connotatief
beladen.’, aldus de schilder. Buylen
noemt zich bewust geen hyperrealist of fotorealist omdat hij nooit de foto
stricto sensu als het onderwerp beschouwt. Hij herkent zich veeleer in de
woorden van professor Willem Elias die zijn werk neo-symbolistisch noemt. Zijn
stijl heeft niets met hyperrealisme te maken, noch historisch noch stilistisch
omdat van de waarneming en niet van de
foto vertrokken wordt. De fotografie is een hulpwetenschap. De aanleiding is
steeds een denkproces waarin de wereld visueel doordacht wordt. Bij deze zoektocht naar de mens en zijn omgeving
kan een object of situatie niet betekenisloos blijven omdat zowel aan- als
afwezigheid symboliserend werken.
De verfijnde
wereld van de Japanse kunst is nooit ver af. Aan de muren van zijn woonkamer
hangen zeezichten , die mij geïnspireerd lijken op Hokusei. Buylen geeft toe dat alle landschappen die hij
schildert, ‘een Hokusei-filter passeren’. Wat hem aantrekt in de Japanse kunst
is het niet-verhalende karakter van de zen schilderkunst die het vlietende
leven wil weergeven. ‘Wij westerlingen hebben geen verhaal meer. We zijn god en
de grote ideologieën kwijt. Historische gebeurtenissen worden door televisie ,
webcams e.d. behandeld dus het onderwerpenveld
wordt almaar kleiner. Ik heb me goed gedocumenteerd over Hokusei maar ook over
ikebana. Omdat ook mijn werk niet-verhalend is, heb ik mijn grote voorbeeld
gevonden in die zen-geïnspireerde landschappen. ‘, aldus Buylen.
Zijn marines
zijn een plek van bevrijding en verbeelding. Over de breedte van het weliswaar
kleine paneel komt een golf aanruisen die aan een tsunami lijkt vooraf te gaan.
Het wateroppervlak is onheilspellend stil, de kracht van het water is zichtbaar
in de groene kam en de rimpeling van de golf.
Met zijn penseel stopt de
schilder de beweging van die golf en projecteert hij er een imaginaire wereld
in. In ‘La Vaguelette et l’Horizon
surpris’ zien we een horizon die zich in de beweging van de golf opbouwt. In de golf zelf ontstaat een oneindig
landschap en de zonnestraal die daar plots opvalt, is imaginair. In de
zeegroene watermassa van ‘Le Vitrail algué’ leeft een microkosmos van wieren en
andere organismen. Het is uitnodigend om
in deze tuin van de zee binnen te stappen. Zee en water worden vaak met het
vrouwelijke geassocieerd zoals bij Ondine,
de badende vrouw of het zwemmend meisje met ver uitgestrekte armen die als een
Ophelia op het water drijft.
Fotoshop is mijn schetsboek
‘Redder aan zee’
- een portret van een naakte vrouw aan de rand van het water - is geen afbeelding van de realiteit maar een
constructie. De naakte vrouw poseerde in het schildersatelier, heeft zich onder de douche nat gemaakt en achter haar
lichaam vol parelende druppels projecteert de kunstenaar het zeelandschap. Die
zee moet kloppen met het licht dat op het naakt valt tot het volledig naturel
is. Fotoshop noemt Michel Buylen ‘een geschenk van de goden’. Toen die techniek nog niet bestond, verknipte
en plakte hij foto’s tot het collages of
maquettes waren. Fotoshop biedt nu de
vrijheid om het onderwerp naar het schilderij toe te leiden en picturaal iets
op te bouwen.
In zijn atelier
ligt een paneel klaar waarop het volgende schilderij zal ontstaan. Het paneel heeft twee lagen inlijmingen gehad en zeven lagen gesso. Daarop wordt met
de hand een reflector aangebracht. Op de
grondlaag –Buylen gebruikt de doodverftechniek van Vermeer – zal een beeld geschilderd worden dat volledig
bestaat uit een afgeleide van dezelfde kleur. Buylen tekent zo snel mogelijk
met een wit potlood een eenvoudige aanzet, snel maar juist. Soms doorprikt hij
zelfs een foto om te weten waar wat moet komen. Ditmaal is het onderwerp een
naakte vrouw met roze handdoek. Buylen vertrekt van verschillende foto’s waarvan
door fotoshop spiegelbeelden worden gemaakt. Ook de handspiegel komt erbij te
pas om de realiteit op een andere manier te zien en om de fouten door de
spiegeling te herkennen. ‘God is in the detail’, zegt hij. Alles moet kloppen.
Buylen is een
veelgevraagd schilder voor het maken van portretten. Daarbij gaat het hem erom
de persoon in kwestie af te beelden in al zijn menselijkheid en niet in zijn
functie. Het portret dat hij maakte van een bekend bankier toont de man niet als bankdirecteur maar vooral als mens. Door een
detail in het werk als een slecht gestreken kraagje , typeert hij hem als een
man die niet thuis woont maar in hotels waar de hemden machinaal gestreken
worden. Via die kraag kan hij zijn kwetsbaarheid tonen ondanks de Franse grandeur
die de man in zich draagt. ‘In die directeur huist poëzie maar je moet die
zoeken en vinden.’ De Franse dichter Baudelaire heeft gezegd: ‘ Ja wij zijn
poëtisch met onze hoge hoeden’.
Buylens werk is
bipolair: enerzijds is het een oeuvre
dat zich op de mens focust met portretten en naakten. Zijn voorkeur gaat uit
naar deze thema’s omdat zij universeel en waarachtig zijn. Naakt poseren vergt een groot humanistisch
vertrouwen vanwege het model naar de schilder toe. De weg die afgelegd wordt tussen model en
kunstenaar boeit hem enorm. Samen maken zij het werk. ‘Een meisje van zestien
schilderen, is het moeilijkste dat er bestaat. Het gezicht
is nog niet gesmeed door het karakter en het lichaam is als een bloem die staat
te prijken in zijn pracht en glorie. Ik houd niet van de esthetiek van het
lelijke. Daarom is Breughel voor mij een belangrijker schilder dan Bosch hoewel
beide genieën zijn.’, beweert Buylen. Het is voor hem zeer moeilijk om het schone te
schilderen en daar nog iets aan toe te voegen. ‘In de geschiedenis van de mensheid zijn het
die werken die de allergrootste ooit zijn: de Eva van Van Eyck, de Venus van
Boticelli , de vrouwen van Khnopff, dit zijn de allermoeilijkste opdrachten
voor een schilder.’
Anderzijds is het
een persoonlijke spiegel die de schilder ons van de natuur voorhoudt. Zijn oog
koos net dat ene detail uit de zeerimpeling of uit het lichaam van een vrouw en
zijn schildershand vergroot het voor ons uit tot een nieuw poëtisch gegeven.
‘Uit alle vensters zie ik alleen oneindigheid’, schreef Baudelaire. Die
oneindigheid is terug te vinden in de verre horizonten van Buylens werken waar
mens en natuur een symbiotisch geheel vormen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten