donderdag 29 augustus 2013

Tederheid op handgeschept papier Schilderijen en tekeningen van Georges Schelstraete




                                                                                                     

In het West-Vlaamse Oostrozebeke woont kunstenaar Georges Schelstraete in een landelijke omgeving. Op de grasvelden rond het huis staan zijn levensgrote bronzen beelden, in het atelier kijken ranke  modellen je aan van op langwerpige bladen papier.

Meteen wordt duidelijk dat Schelstraete gefascineerd is door schoonheid, teerheid en bevalligheid. Zijn  modellen zijn vaak jonge meisjes die schuchter en half afgewend iets van hun lichamelijkheid prijs geven. De schilder zoekt echter meer dan het puur waarneembare en peilt naar de diepten van de ziel. Maar het is ook zijn ziel die op het blad wordt vastgezet in fijne lijnen, vegen en vlekken. Hij schildert met acryl maar gebruikt daarnaast houtskool, Siberisch krijt en grafietstift. De grens tussen tekenen en schilderen  verdwijnt. Soms tekent hij met het penseel en schildert hij met zwarte krijtjes. Het grafische is een onderdeel van het totale beeld dat hij wil maken. Zo ontstaat een symbiose tussen de fijne lijn, de harde krabbel en vlekken verf. Voor Schelstraete volstaat het niet dat een tekening een goede fotografische weergave is. Hij wil komen tot zijn ‘lezing’ van wat mensen zijn. De gevoeligheden van de kunstenaar worden leesbaar in het werk door de taal van strepen en punten. “Tekenen is taal voor mij. Als je met taal zorgzaam omgaat, kan je de meest mooie dingen neerschrijven. Dat is ook zo wanneer je tekent of schildert. Je ontwikkelt een eigen alfabet dat je neerschrijft met krijt, houtskool en acryl en waarmee je (de) verhalen van mensen vertelt.”
Mensen zijn voor Schelstraete de meest fantastische wezens die er bestaan, heel dynamisch maar ook teder en kwetsbaar. Ze vormen een dubbele entiteit: sterk en krachtig maar ook fragiel.
 “Ik ben mateloos verrukt en geboeid door mensen. Ik ben opgegroeid in een warm nest waar iedereen welkom was. In de jeugdbeweging en in het vormingswerk heb ik later met kwetsbare mensen leren omgaan. Die bagage zit voorgoed in mijn hoofd en in mijn hart.” Dat merkt de kijker aan de liefdevolle afbeeldingen van zussen, van een slapend kleinkind, van een mijmerende vrouw.
Hoewel de tekeningen vinnig en snel gemaakt zijn, stralen ze een innerlijke rust uit. Ondanks de vele streepjes, lijnen en krabbels is het totale beeld de rust zelve. Zelfs als Schelstraete mensen in beweging schildert, zoals een spelende violiste, ligt het accent op de atmosfeer die van de muziek uitgaat, op het dansante dat toch in evenwicht is met de witte ruimte, wat zorgt voor een serene , geëquilibreerde sfeer. “Ik teken zo weinig mogelijk ballast erbij en houd beweging en eenheid over. Voorbereidende technische schetsen helpen me wel om te weten hoe iets in elkaar zit maar de anatomie is amper belangrijk in mijn werk.”, aldus Schelstraete. Het zuivere anatomisch tekenen, is mij te functioneel. Ik teken naar  model als een zelfstandige vorm van kunst. Het gaat niet louter om de juiste vorm maar om beelden van mensen die een ziel krijgen. Ik denk veel na over mijn werk maar als ik teken, werk ik heel impulsief / intuïtief.  Daarna neem ik afstand van mijn werk  - soms heel letterlijk- om zo objectief mogelijk te lezen wat er staat. Een vettere streep, een dikkere toets … alles krijgt een betekenis. Het na-denken na een werk is tegelijk voor-denken voor het volgende.”

 Schelstraetes voorkeur gaat uit naar handgeschept Nepalees papier dat onder meer al eeuwen lang door de Tibetanen gebruikt wordt. Het is gemaakt van de Lokta-plant die groeit op hoogtes vanaf 2000 meter. Alleen zout en water worden gebruikt om de houtachtige vezels zacht te maken. Elk  blad heeft een scheprand aan vier zijden en het oppervlak is mat met een zijdeachtig karakter. Kleine houterige stukjes geven structuur aan het blad. Het lijkt fragiel maar is ijzersterk. Elk vel heeft een andere tint van natuurkleurig beige tot diepbruin. Om de bruine kleur te verkrijgen wordt het papier gekleurd met noten of bister. Het gebruik van handgeschept papier heeft tot gevolg dat de tekening of schildering onmiddellijk juist moet zijn. Achteraf kan er niets meer veranderd worden.
Schelstraete werkt ook graag op afwijkende formaten. De ene keer kiest hij voor een vierkant blad omdat dan de regels van de gulden snede vervallen en je een andere compositie moet bedenken. De andere keer schildert hij op langwerpige bladen die een bijzondere uitdaging vormen. Zo’n blad heeft onvoldoende breedte waardoor de schilder zich in het keurslijf van de statische beelden dwingt waarvoor telkens een andere oplossing moet gevonden worden.
Schelstraete houdt ervan ‘open’ te schilderen. “Het weglaten van bepaalde delen zet de kijker aan om zelf in te vullen, te dromen, te fantaseren omdat er letterlijk en figuurlijk nog ruimte is op het blad. Door de dingen open te laten, nodig ik de toeschouwer uit – niet om mijn verhaal te lezen – maar om zijn verhaal erin te plaatsen en te herkennen.”

Aan het einde van ons gesprek houdt Schelstraete nog een warm pleidooi voor schoonheid in de kunst. Bij het kijken naar kunst wil hij op zichzelf teruggeworpen worden, wil hij antwoorden vinden op de vragen ‘Wat voel ik en wat denk ik?’. “Kunst kan me schokken maar moet me wel de kans geven mezelf terug te vinden en even te kunnen wegdromen. Waarom zou kunst niet mooi meer mogen zijn? De grauwheid van elke dag is  al voldoende in de media aanwezig. Kunst moet daar niet nog een schep bovenop doen. Ik weet dat er buiten mijn atelier allerlei gebeurt wat ik niet wil, maar in mijn kunst  wens ik warmte te vinden, verstilling en dynamiek.”

Geen opmerkingen:

Een reactie posten