zaterdag 7 februari 2015

De gelaagde kunst van Gabriele Musebrink



Voor Gabriele Musebrink is schilderen iets anders dan wat normalerwijze onder het hanteren van penseel en verf wordt verstaan.
In haar atelier valt meteen de grote vensterbank op waar een collectie van schelpen, schedels, mossen, takken, stenen en veren is uitgestald. Het zijn haar inspiratiebronnen in gedempte aardekleuren, grijze of bruine tinten. De natuur wordt op een verstilde manier in haar werken binnen gehaald.
Op haar reizen verzamelt Musebrink voorwerpen met een interessante structuur of textuur. Noorwegen is een land waar ze materiaal vindt, dat ze in kleine potjes mee naar huis neemt en dat gebruikt wordt om de ondergrond van haar werk reliëf te geven of om om de verf substantiëler te maken.
Schilderen bestaat voor haar uit het aanbrengen van pigment in lagen. Dat doet zij niet op de klassieke wijze maar zij zoekt naar een uitdrukkingsmiddel om weer te geven welke gevoelens zij ervaart als ze doorheen mos stapt, of over stenen gaat. Haar cello-leraar had haar overhaald om naar Noorwegen te reizen waar ze ontdekte dat het een land is dat door zijn vrijheid en wijdsheid haar diepste innerlijk aanspreekt. Het desolate karakter geeft het een bijzonder aantrekkingskracht. In schetsboeken zet zij haar indrukken neer. Een handig kistje met pigment, zand en gemalen leisteen gebruikt ze om kleur en lijnen op het dunne papier van haar schetsboek te zetten. Kleur- en structuurherinneringen, noemt ze die bladen.

Aanvankelijk werkte Gabriele Musebrink figuratief maar het ging er haar altijd om vlakken in beweging te brengen en kleuren tot leven te roepen. Een ouder werk stelt Gaia voor - de godin van de aarde - een enorme vrouw die het hele blad vult. In die tijd kocht ze haar olieverven nog maar ze  vermengde ze met houtbeits om een andere structuur te verkrijgen. Gabriele gebruikt graag klassieke bindmiddelen als caseïne, die ze zelf uit kaas maakt, Arabische gom en eitempera. Al haar verven stelt ze zelf samen met pigment en bindmiddelen. Ook met vernis en papier experimenteert ze graag. Gedurende enkele jaren hield ze zich met aquarel bezig en leerde ze hoe ze water en verf  tegelijk hun vrije loop kan laten en toch ook tijdig bijsturen. Figuratief tekenen en aquarelleren waren een goede leerschool voor haar latere experimenten.
De overgang van figuratief schilderen naar abstraheren was bij haar een lang proces. Het ging er haar nooit om figuren weer te geven. Meestal schilderde ze fragmenten om aan te geven dat mensen uit deelverzamelingen bestaan. ‘Zowel innerlijk als uiterlijk vormen we een fragiele ruimte.’, aldus Gabriele. In Italië ontdekte ze in een omgevallen olijvenboom de vormen van een menselijk lichaam. Toen besefte ze dat het dit was wat ze zocht en maakte ze haar eerste grote structuurbeeld. Gips en zand werden in het schilderproces betrokken en het resultaat maakte haar duidelijk welke weg ze wilde inslaan.
Tijdens een vakantie in Nederland vond ze op het strand met teer besmeurde resten en een vogellijk . Dat leidde haar naar het thema ‘dood’, waar ze een cyclus aan wijdde. ‘Muurstructuren, de gangen die dieren en insecten graven, of hun sporen zijn een transportmiddel voor datgene wat levensprocessen zijn. Het is telkens weer fascinerend om te zien hoe in de kleinste details hele levensfasen verscholen zitten.’ beweert zij.
Vroeger was Gabriele Musebrink een kunstenares die uitsluitend in haar atelier werkte maar nu heeft ze ontdekt dat kunst en leven een symbiose vormen en niet van elkaar los kunnen komen. Dat leven zoekt ze nu buiten op in de ruige natuur van de Himalaya of in het desolate van stille vlaktes.
Nu zijn haar werken vrijer, is het meer een spel, een nieuwsgierig zoeken en spelen met het materiaal. ‘Ik ben een onderzoeker. Soms komen werken in mij op en is er een onweerstaanbare innerlijke drang om te scheppen.’
In Holland ontdekte zij in de omgeving van Arnhem een papiermolen waar de molenaar  voor haar special papier schepte. In de komende maanden wil zij daarmee een project uitwerken. Op kleine bladen schildert zij vlakken en vlekken die structuur krijgen doordat het papier met de hand geschept is. Ieder blad is uniek, heeft een eigen karakter en wordt op een aparte manier bewerkt.

Gabriele is op een moment in haar leven gekomen, dat ze weet waarnaar zij al twintig jaar zoekt: spelen met verf, met structuren en texturen die telkens in huiddunne lagen op elkaar gelegd worden.
Alles wordt innerlijk grondig voorbereid zowel qua kleuren als naar het proces toe . Het lijkt alsof zij expressief werkt maar wat we zien, is het resultaat van veel denkwerk. Zij citeert de Duitse filosoof Sloterdijk  : “Alleen wat innerlijk is voorbereid, kan naar buiten komen.”
Gabriele maakte ook schilderijen bij een muziekcompositie,  gebaseerd op vijf haiku’s van de Japanse dichter Basho. Drie maanden lang luisterde zij dagelijks naar deze experimentele muziek zonder dat er iets gebeurde. Zij ontdekte telkens nieuwe facetten in de muziek en na drie maanden is zij pas beginnen schilderen.  68 werken zijn daaruit ontstaan.  De muziek leidde haar meer naar de essentie dan de tekst omdat die directer en abstracter was. Het resultaat waren monotypes op papier en canvas, inkt werd met olie gemengd , pigmenten als kraplak toegevoegd. Wanneer men zich in de werken verdiept ziet men dat muziek, tekst en beeld samenvallen. In het werk van Basho klinkt, net als in de schiderijn van Musebrink,  de boeddhistische filosofie door en wordt men herinnerd aan de vergankelijkheid van het leven.
Gabriele droomt ervan op hoge leeftijd nog creatief te blijven en vreugde aan haar werk te mogen beleven. Haar nooit afnemende nieuwsgierigheid  staat daarvoor garant. Na jarenlang zoeken is ze op een punt gekomen dat ze zelfbewust in het leven staat en dat ze beseft dat we in ons dragen wat we vaak buiten ons zoeken.


Bruni Mortier

Geen opmerkingen:

Een reactie posten