De Dag Oude Muziek is sinds meer
dan vijftien jaar een muzikaal evenement waar ik naar uitkijk. De schitterende locatie van de Commanderij Alden
Biezen, het zomers groene Limburgse landschap en bovenal de hemelse muziek
maken er telkens een onvergetelijke belevenis van.
Ik herinner me vorige muzikale
dagen rond thema’s als de muziek van Bach, de barok, Mozart , oude
handschriften etc. . Op 30 juni 2013 stond een gigant uit de Middelnederlandse
literatuur centraal, de oervader van generaties Nederlandstalige en Duitstalige
schrijvers, Hendrik Van Veldeke.
Deze schrijver – troubadour leefde in de tweede helft van de 12de
eeuw en is bekend van zijn Servaes-legende, de Eneïde en een veertigtal minneliederen.
Zijn minnelyriek getuigt van een optimistische liefdesvisie, is geraffineerd en
subtiel. Hij is de pionier van de hoofse literatuur in Duitsland maar ook de
eerste met naam bekende Nederlandstalige schrijver die in het Diets schreef.
Rond deze boeiende figuur hebben
de organisatoren van de Dag Oude Muziek zijn muzikale glorie en die van zijn tijdgenoten
laten reconstrueren door jonge musici en gevestigde waarden. Zij bestudeerden
Veldekes taal en experimenteerden met het gebruik van instrumenten voor de
begeleiding. Een zo juist mogelijke uitspraak van het Middelhoogduits was
daarbij noodzakelijk en vergde heel wat oefening.
Toen de eerste AIB-schilders
Francine, Lucienne en Liliane in de Commanderij arriveerden, had ‘Les Haulz et
les Bas’ post gevat op het podium onder de galerij. Zij vormden een ‘luid
blazersensemble’ dat hun zang liet begeleiden door oude instrumenten als
doedelzak, schalmei en bazuin. De lange rechte trompetten die hoog de lucht in
werden gehouden, waren voor de schilders dankbare onderwerpen om af te beelden.
Op de vrolijke tonen van Janitsarenmarsen,
monofone liederen en dansmuziek
lieten de schilders hun verf op het blad neerdruipen en brachten zij met snelle
vegen en lijnen figuren aan. Trix, Tejo en Francine konden zich uitleven in het snelle
schetsen, terwijl Liliane met veel felle pigmenten te werk ging en de
kleurrijke bladen zich rond haar op de grond verzamelden. Ingrid wilde vooral
kleine schetsen maken die later zullen uitgewerkt worden.
In de tiendenschuur traden de
leden van Decameron op die de muziek van de troubadours tot leven brachten.
Deze nieuwe lyriek werd in de 12de eeuw in het Occitaans gezongen en
getuigde van Arabische invloeden. De troubadourskunst veroverde later heel
Europa en werd in elk land aan de eigen taal aangepast. De ‘Decameronisten’ die
wij zagen optreden, begeleidden hun gezangen met vedel, cister en organetto,
een klein, draaibaar orgeltje met houten orgelpijpen in de vorm van een waaier.
Ook hier kwam het erop aan snel de vormen en lijnen op het blad te kunnen
zetten want geregeld veranderden de muzikanten van houding en na een half uur
was het optreden voorbij en trad een nieuwe groep aan.
Intussen was onze AIB-delegatie
al aangegroeid met supporters als Xavier, Sonja en Monique die vooral foto’s
maakten waarmee ze later op een rustig moment aan de slag wilden. Want zo’n Dag
Oude Muziek is natuurlijk een publiekstrekker die veel melomanen en kunstliefhebbers niet
willen missen. Er kwamen ongeveer 1500
bezoekers van de binnen- en buitenconcerten kwamen genieten.
Zelf had ik ervoor gekozen een
optreden van Benjamin Bagby bij te wonen. Bagby is een zanger, harpist en
onderzoeker die zich al meer dan dertig jaar met middeleeuwse muziek bezig
houdt. In een volle Cuvelierszaal bracht hij liederen uit de Beowulf, de
Eneïde, de Servaaslegende en ook uit Parzifal van Wolfram von Eschenbach.
Allemaal namen die mij nog bekend zijn uit mijn universiteitsjaren maar die toch
al lange tijd een eerder rustig sluimerend bestaan in mijn geheugen leiden. Nu hoorde ik hun taal weerklinken in de
verzen die Bagby had uitgekozen. Maar
het was vooral die taal die mij deed terugdenken aan de VUB-cursussen
Oudhoogduits, Gotisch en Oudijslands.
Zonder de geprojecteerde vertaling zou ik er misschien niet veel meer van
begrepen hebben maar het was een mooie geheugenoefening om toch hier en daar
een woord of een zinnetje op te vangen en te herkennen. Bagby sloot zijn
optreden af met een staaltje middeleeuwse humor in de vorm van een dialoog
tussen een dominante moeder en een verliefde dochter.
De aquarellisten eindigden hun
dag met het opbergen van de vele snelle schetsen en kleurige bladen papier die
wij misschien verder uitgewerkt terugzien op de selectie van het thema
‘Muziek’.
Bruni Mortier