Toen
enkele maanden geleden een Humo-recensent de nieuwe CD met muziek van Jan
Swerts besprak, wijdde hij lovende
woorden aan de schilderijen van Stijn Felix die op de hoes en in het bijhorende
boekje afgebeeld staan. ‘Anatomie van de
melancholie’ is niet alleen de poëtische en melodische titel van de CD maar ook
het thema waarop schilder-illustrator Stijn Felix zich kon uitleven. Iedere
songtitel verwijst naar het werk van een kunstenaar en iedere afbeelding is een
portret dat die melancholie en Sehnsucht ademt. Zowel in de muziek als in de
schilderijen gaat het om sfeerschepping en het oproepen van een stemming .
Hoewel Stijn Felix geen neerslachtig iemand is, voelt hij zich toch sterk
aangetrokken tot het dramatische en het weemoedige. De schilderijen voor
‘Anatomie van de melancholie’ zijn geïnspireerd op het verschijnsel ‘zwarte
gal’. Volgens de oude Grieken werd de gemoedstoestand van mensen bepaald door het
evenwicht tussen vier lichaamssappen waaronder zwarte gal. Een teveel aan
zwarte gal werd verondersteld neerslachtigheid, introversie en depressies te
veroorzaken, vandaar de term ‘zwartgalligheid’. Die zwarte gal is zichtbaar
aanwezig in alle schilderijen: de zwarte kleur contrasteert telkens met het
felle chirurgische groen, de zwarte gal wordt volgens de oude methoden met
bloedzuigers of aderlatingen afgetapt, een uit een rots gehouwen ziekenhuis
dobbert in een zwarte zee. De portretten en settings zijn realistisch
geschilderd met sterke, strakke penseeltrekken. Felix werkte op klein formaat
(20 x 40 cm) en plaatste zuivere, krachtige vlakken als blikvanger.
Omdat
hij jarenlang hoofdzakelijk als illustrator en striptekenaar werkte, is het
schilderen met olieverf voor hem een zoektocht die nieuwe mogelijkheden schept.
Felix combineert graag verschillende technieken en experimenteert met de
digitale mogelijkheden. ‘De wraak van Hopfrgog’ is een aquarel die hij maakte
voor een theaterproductie naar de kortverhalen van E.A. Poe, een auteur met een
grote dosis zwaarmoedigheid en morbiditeit. De aquarel is geschilderd in
grijstinten met als enige kleuraccent het rode sjaaltje om de hals van de
schrijver. Het zeelandschap, de reling, de eenzame vogel en de barse blik van
het personage geven het sfeerbeeld een ietwat lugubere aanblik . Het werk doet
denken aan de Oostendse schilder Leon Spilliaert, bekend om zijn
ongebruikelijke lichtinval en bijna vervormend perspectief. ‘Het is mede dank
zij Spilliaert dat ik de aquarelkunst ben gaan appreciëren’, aldus Felix. ‘De
doorsnee felle aquarellen zijn mij te klassiek. Ik houd van de subtiele
schakeringen, van kleuren die je in veel lagen over elkaar kan leggen terwijl
het geheel toch transparant blijft.’ Tegen de regels van de pure aquarel in,
gebruikt Felix graag zwart en wit in de aquarel. Met Oost-Indische inkt kunnen diepere tonen
verkregen worden en het dekwit zorgt voor contrast. Felix schildert hiervoor niet
op aquarelpapier maar op gravurepapier dat een andere zuigkracht heeft.
De
huidige computermogelijkheden zijn volgens hem niet minderwaardig aan de
handmatige technieken. Soms kleurt Felix een potloodtekening digitaal in omdat
zo de schetslijn niet overschilderd wordt. De
computer is ook handig in de ontwerpfase om de verschillende beeldelementen te
verschuiven op zoek naar de juiste compositie. Een nadeel van het digitale
proces is dat het eindresultaat -een digitale print- toch wat tactiele
kwaliteit mist. Daarom werkt hij de laatste tijd graag met ambachtelijke
druktechnieken. Zijn recentste affiches zijn met de hand getekend maar op de pc
bewerkt en samengesteld. Ze worden in drie kleuren gezeefdrukt zodat het een
mooie versmelting wordt van digitaal en handmatig.
'Voor CinéMar - een Oostends filmfestival met de
focus op niet-westerse cinema - ontwierp hij de affiche en ook voor een
theaterbewerking van de Decamerone. Voor die afbeelding werd alleen zwart, wit en rood gebruikt
en inhoudelijk herkennen we er de elementen pest, dood en erotiek in. De affiches uit de Art
Deco-periode spreken hem aan omdat de techniek toen nog beperkt was en er met
weinig kleuren werd gewerkt. Het boeit hem om terug te keren naar de basis van
bepaalde technieken en alles op te lossen binnen die beperkingen met als
eindresultaat een krachtig beeld. Zo wordt hij ook geïnspireerd door
illustratoren uit het begin van de 20ste eeuw. Het Duits satirisch
weekblad Simplicissimus dat verscheen rond de Eerste Wereldoorlog bracht een
heel inspirerende tekenstijl en in het begin een militair-kritische houding. Die
oude tekenstijl combineert Felix graag
met hedendaagse thema’s.
In
de komende tijd wil hij zich graag nog meer toeleggen op portret en karikatuur.
Dat overdrijven van kenmerkende trekken kan subtiel gebeuren, zoals bij Lucian Freud die weliswaar realistisch werkt
maar toch ook met een toets van het karikaturale. ‘Bij realistisch tekenen is
het nodig om er een draai aan te geven zodat het geen letterlijk kopiëren
wordt. Ik tast graag die schemerzone af, zoek in een gezicht uit hoe ver ik kan
gaan en dan is het leuk om heel even over de grens te gaan. Diezelfde liefde
voor het groteske vind je ook bij Ensor, die een van mijn inspiratiebronnen is,
naast Chaim Soutine met zijn met zijn brute toets en dramatische
vervorming van de realiteit.
In
2010 won Stijn Felix de Knack Focus Stripstrijd met de strip Tunguska in een
samenwerking met scenarist Dieter Rogiers. Tunguska was een filmisch beeldverhaal in krachtige
krijttekeningen over een mysterieuze ontploffing in Rusland anno 1908. De vier
pagina’s beeldverhaal die zij instuurden behaalden een gouden medaille en er
volgde een contract om een jaargang lang één strippagina per week te publiceren
in Focus Knack.
Bruni
Mortier