zaterdag 20 september 2014

De kunstenaar als kameleon

De kunstenaar als kameleon



In zijn werk laat Liu Bolin zichzelf verdwijnen in zijn omgeving om harmonie en eenheid te bewerkstelligen. Zijn boodschap: de mens en de wereld vormen een onafscheidelijk geheel. 'Onze sociale, politieke, economische en ecologische omgeving laat sporen in ons na. Alleen cultuur is in staat om van de wereld een geïntegreerd geheel te maken.'


Waarom wilde je kunstenaar worden?
‘Als kind was ik al graag met mijn handen bezig. Ik maakte zelfs mijn eigen speelgoed. Maar de droom kreeg pas vorm toen ik naar de universiteit ging en het diploma Master of Fine Arts behaalde aan de Academie voor Schone Kunsten in Beijing in 2001.Vervolgens heb ik verschillende baantjes geweigerd, bijvoorbeeld om leraar te worden. Ik werkte liever als hulpje bij een kunstenaar en heb de kunstenaarswereld nooit meer verlaten. Ik heb dus al bij al veel aan me laten voorbijgaan, maar ik heb ook aan veel deelgenomen. Ik beschouw het als een levensmissie om kunstenaar te zijn.’

Waar haal je je inspiratie vandaan?
‘In mijn werk spelen zowel interne als externe factoren een rol. Een externe omgeving laat immers altijd psychische sporen na in iemands innerlijk. Ik vertrek van een lichaam dat verdwijnt in zijn omgeving om harmonie en eenheid te bewerkstelligen. In de Chinese beschaving is er sprake van de idee "Eenheid van hemel en mens". De mens en de wereld vormen een onafscheidelijk geheel. Dat is een uiterst belangrijk thema in mijn werk. Onze sociale, politieke, economische en ecologische omgeving beïnvloeden de mens allemaal. Ik gebruik mijn kunst om deze boodschap over te brengen en refereer bijvoorbeeld aan de hoge werkloosheid en China en de voedselaffaires die de laatste tijd de kop opsteken. In het schilderij ‘Plasticizer’ waar ik poseer voor een rij frisdranken in de supermarkt, klaag ik het gebruik aan van weekmakers bij de fabricage van plastic flessen. Bij het werk ‘Red' gaat het lichaam volledig op in de kleurr rood. De Chinezen associëren rood met geluk maar in het moderne China is er natuurlijk ook de link met het communisme. Het is kunst die opwelt uit mijn diepste innerlijk.’

In je werk verken je de relatie tussen jezelf en de rest van de wereld. Maar je stelt ook essentiële vragen over de artistieke vrijheid in het huidige China. Heb je daar als kunstenaar al invloed op kunnen uitoefenen?
‘In mijn beelden en in mijn Hiding in the City-reeks leg ik verbanden tussen het individu, de gemeenschap en de rest van de wereld. Uit de media heb ik vernomen dat mijn kunstwerken de Chinese burgers in staat stellen om performancekunst beter te begrijpen. Ik ben ervan overtuigd dat door te begrijpen en te herkennen de meerderheid in staat is mijn werk te ontcijferen en te waarderen. Maar als ik met een kunstwerk bezig ben, bekommer ik me niet over de vraag of ik al dan niet begrepen zal worden. Het gaat er mij eerder om aan de maatschappij en aan de kunstwereld duidelijk te maken hoe ik de wereld zie. Ik wil dat het publiek zich bewust wordt van wat er zich afspeelt en hoe waanzinnig de huidige evolutie is. Bovendien weiger ik afstand te nemen van het verleden en wil ik integendeel  stap voor stap aantonen hoe het zover is kunnen komen. Het is mijn grootste wens om te kunnen bijdragen tot een gunstige evolutie in dit land.

En wat is jouw visie op de wereld?
'Ik geloof dat alleen cultuur in staat is om van de wereld een geïntegreerd geheel te maken. De laatste tijd houdt dit problem me echt bezig. We moeten niet te veel aandacht besteden aan de verschillen tussen landen en nationaliteiten. Op cultureel vlak is dat onderscheid namelijk onbelangrijk. Wat telt, is de samenhang en het doorgeven van cultuur aan de volgende generaties. Alleen wanneer culturen in contact komen met elkaar, kan de hele wereld ondergedompeld worden in dat schitterende licht van de mensheid, waardoor de wereld als geheel nog mooier wordt.’

Je hebt het hier onder meer over traditie. In hoeverre is traditie voor jou belangrijk?
‘Eerlijk gezegd beschouw ik mijzelf als een vernieuwend en creatief kunstenaar. Ik word niet graag bekeken als een traditioneel kunstenaar. Traditie en conservatisme zijn voor mij synoniemen. De traditie houdt zich niet bezig met de eigentijdse noden en wil vooral de voortzetting van wat was. Traditie wordt sowieso al van de ene generatie op de andere doorgegeven. De ware voortzetting van de traditie bestaat er niet in de uiterlijke verschijningsvormen verder te zetten, ze moet de wirwar van het hedendaagse leven kunnen ontrafelen.’

En hoe moet dat gebeuren? Door grenzen te doorbreken?
‘Vanuit het perspectief van de kunstenaar moet het publiek wakkergeschud worden. Als de kunstvorm die je brengt relatief nieuw en origineel is, dan zal het publiek vreemd opkijken. Tegelijk wil je het hart van je tijdgenoten raken door op hun noden in te gaan. Tijdens het werken ben ik altijd bekommerd om de uitstraling van mijn werk en het effect dat het op het publiek zal hebben.'

In een eerder interview zei je: 'Wat je ook zegt, noem altijd je naam. Heb de moed om geen masker te dragen, vergeet niet dat het laf is om je in de struiken te verschuilen.' Waarom deze woorden?
‘Zowel in kunst als in literatuur ligt de kracht in de ervaring. Ieder vertrekt vanuit een ander perspectief. Ik ben een Chinees kunstenaar en zoek in toenemende mate aansluiting bij de Oosterse denkwereld, bij de "Eenheid van hemel en mens" en ik druk die filosofische bekommernis ook uit in mijn werk. Is er al dan niet moed nodig om creatief te zijn? Misschien gaat het alleen maar om de artistieke aanleg, de houding van de kunstenaar tegenover zijn kunst. Maar ik wil mijn boodschap ook uitdragen naar meer en meer mensen in de hoop dat ze begrijpen wat ik bedoel. Jaren geleden werkte ik in het kunstenaarsdorp Sui Jia Cun. Ik had daar een studio en op een mooie dag werd het op bevel van de regering met de grond gelijk gemaakt. Ze hebben mij toen in mijn ziel geraakt en met mijn werken wil ik als het ware terugslaan. Met "lafheid" heeft dit niets te maken. In je hart van iets overtuigd zijn, daar gaat het om en de manier waarop je dat uitdrukt, is minder belangrijk. Ieder gebruikt zijn eigen expressiemiddel. Zwijgen is ook een manier om iets te zeggen. Misschien is dat ook het verschil tussen de Oosterse en de Westerse cultuur.’

Voor meer informatie: www.kleinsungallery.com/artist/liu_bolin/

Out in Africa

Ellen Voets : Out in Africa



Ellen Voets is een ware wereldreizigster. Zij bezocht verschillende continenten maar verlegde haar focus naar Afrika waar de ruige, ongerepte natuur en de dieren een permanente bron van inspiratie zijn.
Vroeger bezocht zij alle dierentuinen in Nederland waar ze foto’s en schetsen maakte die ze in haar atelier uitwerkte tot schilderijen.  Daarna kwam de wens om de dieren in kuddes te zien in hun natuurlijke omgeving en maakte ze een twintigtal safari’s in de Afrikaanse wildparken.

‘Een safari is iets anders dan een grote dierentuin. Het gaat om de hele beleving. Je hebt het gevoel dat je teruggaat naar moeder aarde en één wordt met de natuur. Dieren in het wild bekijken is immers veel spannender.’ aldus Ellen.
In het dagelijks leven houdt zij zich bezig met styling, gadgets en multimedia maar in Afrika vallen al die dingen van haar af.  Door het kijken, beleven, voelen en ruiken worden alle zintuigen benut . Hoe rustig en mooi het er ook is, de spanning ligt altijd om het hoekje. ‘Wanneer je aan het rijden bent en door de warmte wat indommelt, kan je ieder moment een bocht omgaan en oog in oog komen te staan met een kudde buffels. Dat is fascinerend.’

Omdat ter plekke schilderen niet mogelijk is,  maakt zij haar werken op basis van foto’s en snelle schetsen. Die indrukken brengt ze in haar atelier op doek over met olieverf die ze met het paletmes bewerkt.  Het nat-in-nat werken laat haar toe te spelen met  de verf. Met het mes ontstaan er streken en vormen die je met het penseel niet kan verkrijgen. De verf mengt zich zonder dat zij er volledige controle over heeft.   Hoewel zij geneigd  is figuratief te schilderen komt dat door het gebruik van de messen meer abstraherend over.  Ellen heeft een eigen handschrift verworven maar houdt ervan te experimenteren en ‘zijweggetjes’ te  bewandelen. In kleine werkjes in acryl probeert ze de craquelé -techniek uit waardoor er leuke stukken in een werk kunnen ontstaan.  Soms stopt ze voorwerpen  in de verf om een grovere structuur te verkrijgen. Gedroogde dennennaalden brengen reliëf in een werk en knoopjes, kralen en stukjes metaal maken de kapsels van een Massai-danseres rijker. ‘Op dat moment past het bij dat thema maar dan keer ik toch terug naar het spontane werken met het mes want dat is mijn ding.’ vindt zij.

Haar eerste verre bestemming was Zuid-Afrika waarbij voor haar toch telkens de dierenparken het mooiste waren. Dat was het echte Afrika. Nu is Botswana voor haar het land bij uitstek omdat daar ruimte is, veel wild en weinig toerisme.

Binnen de Afrikaanse fauna gaat haar  voorkeur uit naar de olifanten omdat zij zo imposant zijn maar ook om het sociale gebeuren in zo’n groep en om de textuur van hun huid. Dieren schilderen die in  groep leven biedt meer mogelijkheden dan een solist te schilderen. In een kudde is sociale interactie en meer beweging waar te nemen. Maar bij een safari is wachten  altijd het sleutelwoord. ‘Je moet veel geduld oefenen, driekwart van een safari bestaat uit wachten. Als je geluk hebt, komen de dieren dichterbij maar dat weet je nooit vooraf.’

Door de foto’s lukt het haar om thuis opnieuw in de sfeer te komen. Eerst maakt ze een voorschets waarin ze de compositie bepaalt en dan werkt ze tot ze in een sort trance raakt. Dan voelt ze zich terug opgenomen in de sfeer van dat bepaalde moment en kan ze vlot schilderen.
Elke reis brengt nieuwe verrassingen met zich mee omdat in de natuur zoveel moois en spannends gebeurt. ‘In de kleinere parken kom je al gauw de ‘big five’ tegen en de meeste mensen hebben een geweldige safari gehad als ze die vijf gezien hebben. Maar op een gegeven moment kom je   een hele groep tegen en is dat een nog grotere verrassing of het feit dat ze jongen bij zich hebben en een prooi verorberen. Dan ruik je gewoon het bloed.’

Ellen slaagt erin haar ziel in de portretten te leggen door de zienswijze, de keuze van de kleuren, de beweging van het mes. Ook al liggen de dieren stil, in de streken van het mes is de dynamiek altijd zichtbaar waardoor het lijkt alsof zij bewegen. Die actie versterkt zij door haar techniek en dat maakt haar werken zo dynamisch. Haar beste werken glijden als het ware uit haar hand en hebben meteen de goede kleur. Er zit de nodige snelheid in en ze hebben vaak het minste gevecht opgeleverd.

Het landschap wordt hoogstens gesuggereerd door enkele toetsen. Het gaat haar vooral om de dieren die worden gevangen in de streken en kleuren van de verf. De kleurtoetsen, het wild en de achtergrond vormen een eenheid. Zij schildert de dieren zoals je ze in de natuur ziet. Ze zijn vaak zo gecamoufleerd in de omgeving dat een goede gids nodig is om ze te ontdekken. ‘Hoewel ik getraind ben in het speuren naar wild en het traceren van uitwerpselen en sporen,  is een gids nodig om niet aan dingen voorbij te rijden. Als je goed kijkt tussen de struiken en de schaduwen van de bladeren door, kan je opeens vier leeuwen zien liggen. Ze gaan zo op in de kleuren dat je ze moeilijk ziet en ik wil ze daarom ook schilderen als kleurvlakken.’

In sommige werken combineert Ellen dieren met mensen. Zo plaatst ze een zebra naast een Himba-vrouw uit Namibië. Vaak schildert zij ze door elkaar. Haar personages hebben uiterlijke kenmerken die verwijzen naar de plek waar ze leven. De Himba’s uit de droge  streken hebben hun dreadlocks in de haren met leem en klei gemengd.
Die kleuren zijn de echte Afrika-kleuren waar Ellen van houdt. Haar palet hangt af van de stemming en de uitval. Soms zet ze een werk op met rood en geel maar gaandeweg zal ze er, indien het een vlammenzee wordt, een contrasterende koele kleur in aanbrengen. ‘Het mag niet te saai worden want ik houd van kleuren. Ceruleum blauw breng ik met een doekje aan om de lichtgrijze tinten te glaceren.’ Zij begint doorgaans met een beperkt kleurenpalet van warme kleuren als gebrande sienna  en napels geel voor de lichte delen die dan al gauw zonovergoten lijken te zijn. ‘Ik heb een  voorkeur voor  transparante kleuren als crimson , pruisisch blauw , indisch geel. Je kan er nog meer mee spelen dan met de andere,  ze zowel gedekt opzetten als heel transparant.’
Met haar warm en rijk kleurenpalet loodst Ellen Voets de kijker binnen in de rijke Afrikaanse natuur die in al haar intensiteit op het doek wordt gebracht en blijft fascineren.


Bruni Mortier