maandag 29 april 2013

Aquarelleren, een passie voor Swa Claes

Toen de Nederlandse televisie een uitzending wijdde aan de in Italië verblijvende schilder Corneille , hoorde ik die Cobra-kunstenaar iets over zichzelf zeggen waarvan ik dacht dat dat ook op Swa Claes van toepassing kon zijn. Corneille zei : ‘Ik ben de schilder van mijn eigen geluk’. Na de lange gesprekken die ik met Swa gevoerd heb, weet ik dat deze woorden ook voor hem gelden. Swa Claes is ook de schilder van zijn eigen geluk. De aquarelkunst van Swa Claes (°Balen 1935) is enerzijds geënt op het feit dat hij een geboren pedagoog is voor wie het spelend leren erg belangrijk is, anderzijds is hij een natuurliefhebber die de verbondenheid met aarde, licht en water al in zijn genen meegekregen heeft. Spelend leren Swa Claes was in zijn functie van leraar en schoolhoofd aan enkele basisscholen in de Kempen altijd begaan met jonge mensen die hij wilde leren kijken, wilde leren de wereld te ontdekken, de natuur beter observeren en nieuwe dingen zien. Toen hij in de jaren ‘70 veel optrok met de schilders Gaston Craps en Piet Van Leuven is zijn passie voor aquarelleren ontstaan. Samen hadden zij in Nederland al wat tentoonstellingen van Hollandse en Chinese aquarellisten bezocht en stonden zij vol bewondering voor deze minder bekende manier van schilderen. Ze wisten toen nog weinig of niets over techniek, papiervariëteiten, verfsoorten enz. Wel leefde er al een uitgesproken bewondering voor het werk van Turner, voor diens onvergelijkbare beheersing van de kleurtonaliteiten waardoor Turner erin slaagt een stralende lichtglans te creëren en daarbij nieuwe kleurgebieden te ontdekken. Omdat Swa toen al veel tekende en ook Chinese penseelschetsen maakte, was de stap gauw gezet. De juiste penseelvoering was er ; alleen de vele nuances van grijs moesten door een rijk kleurenpalet vervangen worden. En de eerste aquarellen zagen het daglicht. Met kleur werken , dat vond Swa niet zo moeilijk. Als leraar in het basisonderwijs gaf hij zijn leerlingen immers wekelijks les in plakkaatschilderen en met veel water gemengd kreeg die plakkaatverf ook een zekere transparantie. Toen begon de zoektocht naar het juiste papier; voor de landschapsschilder die hij was lag de oplossing in het zeer gekorrelde papier dat door zijn geconcentreerde oppervlak het lichtspel nog versterkte. De ontdekking van het licht En dan zijn we bij een van de kernwoorden van deze schilder aanbeland: het licht. Swa ontdekte in de vele schilderachtige hoekjes van Mol en omgeving hoe het licht gezeefd werd door de bomen en planten om hem heen en hoe hij dat lichtspel het best op het papier kon laten overvloeien. Door de jaren heen zijn suggestie en fluïditeit daarbij primordiaal geworden. Het landschap dat hij ziet probeert hij minder en minder te reproduceren; eerder zal hij de essentie van een bepaalde plek zoeken en schilderen. Swa Claes ziet het landschap als een fragment van de natuur waarvan het wezen gevormd wordt door de inwendige krachten die het bewegen en door de uitwendige toevalligheden als weersomstandigheden en lichtinval.Hij wil in zijn aquarelkunst de kijker een helpende hand reiken , hem leren de natuur beter te observeren en onvermoede dingen te zien. . Met zijn aquarellen – die meestal verstilde natuurmomenten zijn – probeert hij de ogen van de toeschouwer te leiden waar hij ze hebben wil. Zijn horizontale bomenrijen lijken gordijnen die je kan opentrekken, waar je gaten in vindt die licht doorlaten. Hij legt zijn horizon hoog op het blad en schildert de waterpartijen verticaal zodat de ogen van de kijker van beneden naar boven over het werk gaan. In de voorgrond opent hij een pad naar het punt waar het licht zich concentreert. Dit ‘verdwijnpunt’ is kenmerkend voor de aquarellen van Claes. Mensen nieuwsgierig maken naar wat er te zien is , ze uitnodigen om verder op zoek te gaan in een werk leidt volgens hem automatisch tot een grotere waardering van de natuur en dus ook tot natuurbescherming Hij wil in zijn landschappen zeker niet de natuur slaafs nabeelden. De gekozen elementen ordent hij tot een kunstwerk op grond van doordringende waarnemingen en van de emoties die hij ondergaat bij het bekijken en ervaren van de natuur. Zijn kleuren- en vormentaal zijn – in vergelijking met enkele jaren geleden- sterk vereenvoudigd. Met twee gelen, twee roden, een drietal blauwen en zijn geliefkoosde gebrande siena laat hij zijn indrukken op het blad neervloeien. En dan zijn we weer bij het element ‘passie’ beland. Op mijn vraag wat hij precies onder die passie verstaat antwoordde hij gewoonweg: ‘Je staat ermee op en je gaat ermee slapen’. Hij is een natuurliefhebber die de verbondenheid met aarde, licht en water altijd heeft gevoeld. Het teken- en schildertalent dat hij van bij zijn geboorte heeft geërfd is voor hem altijd een levenselixir geweest, een plek om zich terug te trekken in moeilijke tijden, een hedonistisch zich uitleven in water en verf in gelukkige dagen Schilderen was soms een therapeutisch proces om zorgen opzij te kunnen zetten en in volledige concentratie te kunnen opgaan in de kunst. Maar meestal is het een onweerstaanbare drang om in verwondering alles te bekijken alsof je het voor het eerst ziet , om gevoelens via het penseel op het blad te laten wegvloeien. De gebruikte kleuren verraden veel emotionaliteit en zachtmoedigheid, een streven naar harmonie maar ook een vermogen tot zelfrelativering.

1 opmerking: