maandag 29 april 2013

De onvoorspelbaarheid van gevoelens : Portretten en modellen van Walter Brems

Wie binnenkomt in het statige huis en het ruime atelier van Walter Brems merkt meteen dat hier een persoonlijkheid woont voor wie kunst in de brede zin van het woord van levensbelang is. Modern design, serene Boeddhabeelden en grote olieverfwerken of collages aan de muren verraden dat hier door middel van kleurencombinaties en vormpatronen kracht en schoonheid worden gecreëerd. De hele omgeving baadt in de rustige kleuren zwart, diep paars, grijs en wit. Diezelfde kleuren vinden we terug op het palet dat Brems gebruikt om zijn doeken te schilderen. Tegen grijsbruine of blauw-paarse transparante banen van pigment plaatst hij telkens weer die mysterieuze vrouwenfiguur: de vrouw die met neergeslagen ogen een te grote grauwe regenmantel rond haar tengere naakte lichaam slaat, het jonge meisje in een sensuele bustier of met een kanten topje waarvan de schouderbandjes achteloos neerhangen. Slechts zelden kijken de modellen je aan. Meestal houden zij de blik afgewend en lijken ze dromerig of vragend in de verte te turen. De poëtische titels lichten een tipje van de symbolische sluier en tonen dat onvoorspelbaarheid, onoverbrugbaarheid, eenzaamheid en illusie sleutelbegrippen zijn voor de romantische geest die Walter Brems is. Omdat hij meestal met modellen werkt en zingeving belangrijk vindt, houdt hij er niet van met het etiket ‘fijnschilder’ bestempeld te worden. ‘Fijnschilders schilderen doorgaans stillevens of landschappen en zijn niet genoeg een kind van hun tijd. Technisch kunnen zij perfect een jachttafereel schilderen of een Romeins glas maar hun onderwerpen zijn mij te oubollig. Er zit te weinig vernieuwing in het stilleven zelf.’, aldus Brems. De portretten van Brems bestaan voor drie vierde uit abstractie. Tegenover die sobere non-figuratieve achtergrond staat de verfijning waarmee het model wordt getekend en geschilderd. Tekenen is de absolute basis voor Walter, die dertig jaar tekenleraar aan de academie was. ‘In elke opleiding aan de academie is tekenen van primordiaal belang. Alle grote namen uit de kunstgeschiedenis – zelfs de conceptuele kunstenaars – waren knappe tekenaars. Wie in de beeldende kunsten stapt zonder te kunnen tekenen, bouwt aan een huis zonder fundamenten.’ De kunstenaar prepareert meticuleus het canvas waarop hij zal werken. Om het model te schilderen, verkiest hij een zeer fijn doek dat op hout wordt gekleefd zodat geen enkele oneffenheid het effect kan verstoren. Op dit klassiek geprepareerde doek brengt hij dunne onderschilderingen aan met een waterachtig effect. Daarop wordt telkens laag per laag verder gewerkt met steeds dikkere verf. De techniek van het tamponneren met borstels van het fijnste marter- of dashaar laat hem toe heel fijne overgangen te creëren. Voor de abstracte achtergrond maakt hij soms met een mengeling van gietgips, lijm en gesso een reliëf dat de abstractie rijker maakt doordat het licht erin kan spelen. Zijn werken op papier bestaan uit collages van litho’s die hij heeft stuk gescheurd en die hij opwerkt in kleur. Ook die collages laat hij naadloos in elkaar overlopen door ze zo grondig te schuren dat de overgangen niet meer zichtbaar zijn. ‘In een kwade bui heb ik ooit alles verscheurd. Die fragmenten vielen willekeurig op de grond en toen ontdekte ik de schoonheid van het fragmenteren. Dat is een eigen leven gaan leiden en mijn collages hebben nu een repetitief karakter.’ Het is evident dat een romantische kunstenaar zich ook laat bevruchten door de poëzie. Dichters als Rutger Kopland en Jotie t’Hooft geven hem vaak inspiratie. Titels als ‘Het wit van doorzichtigheid’, ‘Ballade van de eenzaamheid’ en ‘Stilte, in haar mond verzameld’ konden net zo goed thuishoren in een dichtbundel. ‘Titels helpen je vaak op weg naar een interpretatie van het werk. Niet elk werk vertelt een verhaal maar de achterliggende gedachte krijg je erbij als supplement. Sommigen vinden dit te romantisch, misschien zelfs sentimenteel maar anderzijds is het ook beangstigend.’ Brems stelt de mens en de maatschappij in vraag en beseft dat dit geen vrolijk werk is. Zijn modellen lachen nooit, hun huid heeft geen vleeskleur maar is geschilderd in vergrijsde, sombere tinten. Vorm en inhoud zijn één. Kleurgebruik en thematiek gaan hand in hand. De staalblauwe kleur suggereert leegte, violet en bruinrood roepen associaties op met zwaarmoedigheid en somberheid. De eenzame figuur uit ‘In erosie verloren’ staat in grijsblauwe vlakken gekaderd te wachten op het onbenoembare. Brems heeft haar geschilderd met de esthetiek van Bill Viola’s ‘The Crossing’ voor ogen waarin een figuur langzaam oplost in water. Brems is een kunstenaar die zweeft tussen de nostalgie naar vaktechnische klassieke verworvenheden enerzijds en het moderne design anderzijds. Door zijn haarfijne manier van schilderen, zijn poëtisch kader en zijn gebruikmaking van hedendaagse referentiepunten roepen zijn werken bij mij versregels op van Hugo Claus die in het gedicht ‘Ik schrijf je neer’ de vrouw vergelijkt met een heidens altaar dat hij met vingers van licht bespeelt en streelt. Zo worden ook Brems’ modellen met penselen van licht bespeeld en gestreeld.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten