maandag 29 april 2013

Zwervend tussen Bali en België : De weidse wereld van Nico Vrielink

De kunstenaar Nico Vrielink is een wereldburger die – van geboorte Nederlander – nu eens in België verblijft en dan weer op Bali waar hij een riant huis bewoont. Zijn werken reizen de wereld rond. Onlangs werd een tentoonstelling in Berlijn geopend, deze maand nog exposeert hij in Sint-Martens-Latem en voor de komende maanden is hij in onderhandeling met musea in Oezbekistan en Kazakstan. Thematisch is de verscheidenheid in zijn werken groot maar de rode draad erdoorheen is zijn vrouw Jeane Seah, die hij nu eens naakt, dan weer halfverhuld of gekleed opvoert. Zij verschijnt als verleidelijke vrouw in het tropische woud, als engel met levensgrote vleugels, als mondaine figuur aan de biljarttafel of tegen de achtergrond van de besneeuwde bergtoppen van de Mont Blanc. Vrielinks werk kan ingedeeld worden naargelang van de verblijfplaats die hij op dat bepaalde moment had. Daar waar hij woonde, liet hij zich beïnvloeden door de omgeving. Veertien jaar heeft hij op een kasteel in Frankrijk geleefd en gewerkt. In zijn schilderijen uit die periode verschijnt als achtergrond het bergmassief van de Franse Alpen. Maar die streek is ook rijk aan archeologische sites die hem inspireerden tot Romeinse decors met mannen in toga’s gehuld en met de statige gebaren die typisch zijn voor de klassieke beeldhouwkunst. Het was ook een agrarisch gebied waar de Charolais-runderen graasden en deze imposante, lichtgekleurde dieren vinden we terug in zijn tekeningen en olieverfwerken. Verwijzingen naar de mythologie zijn nabij in het werk waar een stier een mooie vrouw benadert, net zoals de Griekse god Zeus zichzelf in een spierwitte stier veranderde om zijn geliefde Europa te benaderen. Onmiskenbaar zijn er ook bijbelse invloeden in Vrielinks werk aanwezig maar de bijbel is voor hem eerder een middel om ethische kwesties te beroeren. “Mij gaat het vooral om de morele kwesties, de verhaaltjes over goed en kwaad en de herontdekking van het goede in de mens,” aldus Vrielink. De taferelen die hij uitbeeldt in zijn grote werken van 2x3 meter roepen reminiscenties op aan Rubens en Jordaens door het dramatische karakter, het kleurgebruik en de enscenering. Het Borobudur-complex op Java is het decor van een reeks werken waarop het vrouwelijke model poseert tegen een achtergrond van stoepa’s. Zoals het vrouwelijke lichaam zich herhaalt in het werk, herhalen zich ook de klokvormige stoepa’s die verwijzen naar het leven van de boeddha. Wanneer hij de vrouw schildert op een lotusblad, wordt zij voor hem verheven tot bodhisatva of verlicht wezen. “Deze reeks werken heeft wel met het boeddhisme te maken maar niet rechtstreeks. Het zijn eerder kleine taferelen in je leven die je verbeeldt en daarna worden weer andere dingen belangrijk. Wanneer een thema me boeit, diep ik het uit maar daarna is het afgelopen.” Vrielink grijpt in zijn werken vaak terug naar de mensen van wie hij houdt. Zijn vrouw is de constante in zijn werk maar ook zijn ouders en zijn kinderen komen voor in de portretten die hij maakt. Een merkwaardige reeks olieverfwerken van dode kippen fungeert als eerbetoon aan zijn overleden ouders. “De laatste tien jaar had ik een goede relatie met mijn ouders. Ik heb hun dode lichamen verzorgd en ik vond het belangrijk dat ik dat kon doen. De dode kippen met bloedende wonden die ik in die periode heb geschilderd vormen een onderdeel van het verwerkingsproces. Het fysieke en de dood zijn er heel tastbaar aanwezig. Toen na een paar maanden de ergste pijn weg was, werden die werken stillevens. Ze vormen een eerbetoon aan mijn ouders.” Momenteel legt Vrielink zich toe op het maken van grote portretten of uitvergrote details. Daarbij tekent hij niet het volledige gezicht maar delen ervan. Op een houtskooltekening van een lichaam zijn enkel de handen in olieverf opgezet en het is de expressiviteit van die handen die het moet doen. Een dubbelportret toont aan de linkerkant een tekening met rechts ernaast een vertaling op een andere manier. Als geheel is het een verschuiving van donker naar licht, van figuratief naar abstract. Met inkt en olieverf maakte hij een portret van zijn zoon op rijstpapier. Op bestaande scrolls met onderaan Chinese karakters bedekt hij een deel met gesso waarover dan kan geschilderd worden. In de vensterbank staat een beeld van de Venus van Milo waar Vrielink een eigen interpretatie aan gaf. Hij schilderde het beeld felblauw en stak er op bepaalde plaatsen grote nagels in, zoals bij een voodoo-beeldje. “Ik vind mijn kinderen de mooiste van de wereld, zoals de Venus de mooiste vrouw van de wereld is. In de periode dat mijn zoon ziek epilepsie kreeg en vaak hoofdpijnen had, was ik vaak bezig met Afrikaanse kunst en voorouderkunst. Zo kwam ik op de idee om spijkers in die Venus te slaan om de ziekte te bezweren. Op haar buik houdt ze een doosje vast met de haren van mijn zoon in. En het werkte, hij heeft de ziekte nadien niet meer gehad.” De werken van Nico Vrielink zijn te zien in De Latemse Galerij in Sint-Martens-Latem (B) tot en met 10 december. Nadien zijn er in Nederland tentoonstellingen in Veldhoven en Venlo.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten