maandag 29 april 2013

Torild Inger Børretzen:

Schilderes Torild Inger Borretzen (°1951) groeide op in West-Noorwegen waar diepe fjorden omringd worden door prachtige berglandschappen. Deze streek, de kleuren, de diepte en de harmonie liggen aan de basis van haar kunst. Het kleine dorp Etne had geen musea of galerijen en Torild kende slechts een kunstenaar die ook schilderde. Zij voelde die onweerstaanbare drang om iets te creëren en keek vaak in educatieve boeken met illustraties van moderne Noorse kunstenaars. Die inspireerden haar om buiten te gaan schilderen. Toen ze twaalf was, maakte ze een eerste niet-transparante aquarel van een lentedag in de tuin. Om bij te leren, kopieerde ze werken van Henrik Sørensen, Harald Kile en anderen van wie ze afbeeldingen vond in kalenders of tijdschriften. Haar belangrijkste voorbeeld tot op vandaag is de Noorse schilder Edvard Munch. Omdat het leven van een kunstenaar niet altijd over rozen loopt, wilden haar ouders dat ze een lerarenopleiding volgde. Daarom ging ze in de jaren zeventig, toen de hippies hoogtij vierden, naar Bergen waar ze een opleiding kreeg in tekenen, schilderen, grafische technieken en keramiek. Door het maken van potten kreeg ze meer inzicht in de leer van vormen en texturen. Toen Torild 28 werd, hield ze haar eerste solotentoonstelling in de Kunsthal van Bergen met aquarellen, pastellen en grafisch werk. Sindsdien heeft ze een eigen atelier en exposeert ze om haar kunst tot bij de mensen te brengen op vele plaatsen in het uitgestrekte Noorwegen. “Soms heb ik gouden tijden beleefd, maar op andere momenten moest ik les geven om het hoofd boven water te houden”, aldus Torild. Als alleenstaande moeder met een dochter kreeg zij financiële steun van de overheid zodat zij haar artistieke carrière kon verder zetten. “Ik leefde als een bohemer, met veel vrijheid en vreugde, met muziek en dans die het leven aangenamer maken.” In het schilderen kon ze haar dagelijkse angsten en zorgen kwijt. Toen haar moeder in 2002 overleed, schreef ze: “ Het voorbije jaar waarin ik mijn moeder en mijn thuis in Etne verloor, heeft mijn laatste werken gekleurd. Ik gebruik veel blauw. Het mengen van het melancholische blauw met het vrolijke geel, geeft een hoopvolle groene kleur. Hoop laat ons verder leven. Het proces is begonnen, de vreugde wacht ….” Als jonge studente ontdekte Torild de aquareltechniek, die voor haar een belangrijk uitdrukkingsmiddel werd. Met eenvoudige middelen en het juiste licht kon ze zowel schetsen maken als een volledig kunstwerk. Ondanks zijn eenvoud is de techniek toch moeilijk onder de knie te krijgen. Maker, idee, papier, water en verf moeten optimaal samenwerken. Een aquarel kan je niet naschilderen, dus ook niet vervalsen. “De natuur is mijn inspiratiebron en uitdrukkingsmiddel. In mijn jeugd bezocht ik de Tate Gallery om de werken van Turner te bekijken. Ze waren indrukwekkend, maar toch werd ik vooral geraakt door een kleine aquarel van Emil Nolde. Die trof mij recht in mijn hart. Ik zal nooit dat hartstochtelijke en wonderlijke landschap vergeten. Later las ik dat hij als oude man op de grond ging liggen om met zijn armen uitgestrekt de Aarde te omarmen. Dat gevoel en die liefde voor de natuur wist hij in dat kleine kunstwerk over te brengen. Dat is ook mijn ideaal. Daarin ligt voor mij de echte kunst. Van Gogh associeer ik met sterke gevoelens en diepe schoonheid. Georgia O’Keefe bewonder ik om haar erotische, vrouwelijke landschappen, voorwerpen en bloemen en ook zij inspireert me. De fotograaf Edward Weston maakt me gelukkig met zijn natuurbeelden en zijn studies van bloemen en schelpen. Hij gebruikt het licht en de lijnen in de schilderijen op een mooie, sensuele manier. De schilder Bonnard maakt delicate composities van interieurs en hij is een bijzonder kolorist.” Al deze kunstenaars hebben haar beïnvloed en blijven onderhuids een rol spelen. “Om meer weer te geven dan het oppervlakkige, gebruik ik voorwerpen uit mijn dagelijkse omgeving. Ik wil dat resultaat bereiken door lijnen, evenwicht, contrasten en kleur. Ik werk zelden volledig abstract, altijd is er wel iets figuratiefs te herkennen. Ik streef naar expressionisme met een diepere betekenis dan het louter herkenbare.” Stokvis is al jarenlang een typisch product van het noorden in Noorwegen. Het is kabeljauw en schelvis die zonder zout in de koude wind wordt gedroogd. De Nederlanders en Duitsers die de vis exporteerden, hebben van Bergen een havenstad en handelsstad gemaakt. Zo’n stokvis lag op een dag op Torilds rode tafel. Ze voelde zich gefrustreerd en ziek door een allergische reactie op de olieverf die ze gebruikt had. Dat had geleid tot reumatiek aan een oog. Ze was moe en had geen inspiratie. Toen ze naar de gedroogde vis zonder kop keek, leek die haar toe te schreeuwen. Die schreeuw herkende ze en ze begon te schilderen. Een hele reeks vissen vloeide uit haar penseel en haar slechte humeur was weg. Zo werkte zichzelf uit een depressie. Sindsdien zijn drie van die vissen haar ‘modellen’ geworden. Ze laat ze dansen, zingen, lachen, kussen en vrijen. Een van die werken “En het wordt te snel weer dag” hing op het Aquarelfestival in Antwerpen in mei 2010. Jaqueline Stare, editor van “akvarellen” schrijft over haar: “Kleur is belangrijk voor Torild Inger Börretzen. Met welke techniek ze ook werkt, ze vertrekt telkens vanuit dezelfde basis als ze een compositie opstelt, zowel voor een stilleven als voor een landschap. Ze snijdt vaak haar onderwerp af en vereenvoudigt het om de expressiviteit te verhogen en spanning in het werk te brengen. Zij is er absoluut van overtuigd dat haar onderwerp belangrijk is voor haarzelf maar ook voor de anderen. Zij heeft iets dat ze gewoonweg wil delen met het publiek. De reeks stokvissen is ontstaan uit een frustratie tijdens een periode van ziekte. Het resulteerde in een aquareltentoonstelling van vissen die te zien was in Bilbao in 2006 tijdens de ECWS-dagen.”

Geen opmerkingen:

Een reactie posten